Recent onderzoek van het CNV toont aan dat bijna de helft van de vrouwen op de werkvloer te maken krijgt met seksuele intimidatie. Linda Lankveld, onze gecertificeerde vertrouwenspersoon bij Vitaal!, deelt haar inzichten over deze cijfers en mogelijke oplossingen.
Het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag begint volgens Linda bij bewustwording. Bijna de helft van de vrouwen geeft aan te maken te hebben met seksuele intimidatie. Echter geeft slechts 20 op de 3000 ondervraagden toe dader te zijn van seksuele intimidatie. “Dit lage aantal kan betekenen dat daders zich niet bewust zijn van hun gedrag of het simpelweg niet toegeven. De dader kan zich er soms totaal niet van bewust zijn dat het ongepast is.” legt Linda uit.
Linda vervolgt dat een effectieve stap om dit te verbeteren een training in bewustwording en communicatie is. “Tijdens deze training leren veel collega’s van elkaar dat ze allemaal een andere visie hebben op grensoverschrijdend gedrag. Wanneer we ons hiervan bewust zijn, leren we dat wat jijzelf vindt van een opmerking niet altijd leidend is, maar het erom gaat hoe iemand het ervaart. Zo gaan we ook dieper in op communicatie, hoe we constructief elkaar kunnen aanspreken op grensoverschrijdend gedrag, zodat situaties niet onnodig verder escaleren.”
Ook geeft Linda een voorbeeld van grensoverschrijdend gedrag, wat verder gaat, maar waar men zich ook niet altijd bewust van is. Bijvoorbeeld bij intimiteit tussen twee medewerkers, waarbij de een leidinggevende is van de ander. Los van of dit gewenst is binnen de organisatie, moet degene (de leidinggevende in dit voorbeeld) zich echt afvragen: is dit met wederzijds goedvinden? Hij of zij denkt misschien dat het akkoord is, maar speelt hierbij een machtspositie een rol? Dit kan dus zelfs leiden tot intimiteit die door de één als wederzijds goedvinden wordt ervaren, maar door de ander niet.
Het onderzoek wijst uit dat 11% van de vrouwen seksuele intimidatie ervaart vanuit leidinggevenden. Linda benadrukt het belang van een cultuur waarin werknemers elkaar kunnen aanspreken op gedrag. “Eigenlijk zou je een sfeer moeten hebben waarin je elkaar kunt aanspreken op gedrag. Management en leidinggevenden moeten een rolmodel hierin zijn. Ook dit begint bij bewustwording. We vinden het vaak vanzelfsprekend dat grensoverschrijdend gedrag niet is toegestaan, maar waar staat het eigenlijk? Benadrukken we dit wel vaak genoeg?” Linda noemt als voorbeeld andere zaken die wel expliciet worden benoemd in bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden, die net zo vanzelfsprekend zijn. Denk hierbij aan een zero-tolerance beleid op diefstal, of een alcohol- en drugsbeleid. “Door dit te benoemen zet je niet alleen de toon, maar heb je iets om je collega’s op te wijzen als het toch gebeurt.”
Ook zijn er mogelijkheden om een training bewustwording en communicatie op maat te verzorgen voor leidinggevenden, waar meer focus ligt op hun voorbeeldfunctie en het omgaan met hun machtspositie.
Volgens de cijfers van het CNV weet 1 op de 3 werknemers niet waar ze terecht kunnen met een klacht. Bijna de helft van de bedrijven heeft geen beleid tegen seksuele intimidatie. Linda legt uit dat dit niet alleen een probleem is voor de werknemer, maar ook voor de werkgever. “Wanneer iemand ongewenst gedrag blijft ervaren en er niks mee kan, zal die persoon het bedrijf verlaten of verzuimen. Het vervangen van een medewerker kost, zeker met de krappe arbeidsmarkt, geld. Denk ook aan het werk wat in de tussentijd blijft liggen. En wanneer iemand verzuimt, komen daar zelfs nog meer kosten bij kijken.” waarschuwt Linda.
Een nieuw wetsvoorstel, dat nu in de eerste kamer ligt, verplicht bedrijven met meer dan tien medewerkers een vertrouwenspersoon aan te stellen. Volgens het CNV-onderzoek komt seksueel grensoverschrijdend gedrag echter vaker voor bij bedrijven met minder dan tien medewerkers. Linda vindt het wetsvoorstel daarom bijzonder: “Eigenlijk is dat heel raar, als je werkt zou je het recht moeten hebben om gebruik te kunnen maken van een vertrouwenspersoon. En als je naar de cijfers kijkt, lijkt het erop dat dit nieuwe wetsvoorstel een hoop werknemers in de kou laat staan.”
Het wetsvoorstel laat bedrijven ook vrij in de keuze of ze gebruik maken van een interne of externe vertrouwenspersoon. Dus ook al zou dit wetsvoorstel voor bedrijven met minder dan 10 medewerkers gelden, zal het met het instellen van een interne vertrouwenspersoon mogelijk niet effectief zijn, juist voor deze bedrijven. Je kent de vertrouwenspersoon dan vaak goed, en de kans is groot dat je er vaak mee samenwerkt. Daarnaast is de kans om anoniem te blijven hierdoor ook aanzienlijk kleiner bij kleine bedrijven. De drempel om in zo’n klein bedrijf naar een interne vertrouwenspersoon te stappen is daardoor groot.”
Linda benadrukt dat de huidige voorwaarden van het wetsvoorstel ook voor grotere bedrijven niet altijd effectief zullen zijn. “Ik ben er echt van overtuigd dat het bij veel grote bedrijven goed zal gaan met een interne vertrouwenspersoon. Maar er ontbreekt nog te veel aan dit wetsvoorstel. Er zijn bijvoorbeeld geen duidelijke voorwaarden waar een interne vertrouwenspersoon aan dient te voldoen. Het is bijvoorbeeld niet gewenst dat straks jouw leidinggevende als vertrouwenspersoon wordt aangesteld. Je hebt immers met hem of haar straks een functioneringsgesprek en eindbeoordeling. Er kan angst ontstaan bij de melder, afgestraft te worden op andere zaken, door zijn of haar melding. Het nieuwe wetsvoorstel dekt dit soort situaties nog onvoldoende.”
Tot slot, intern of extern vertrouwenspersoon, een certificering maakt het verschil, zegt Linda. “Wanneer je je als vertrouwenspersoon gaat certificeren, leer je veel over wat je de melder duidelijk moet maken. Hij of zij moet weten wat er verwacht kan worden na de melding. Er kunnen bijvoorbeeld consequenties hangen aan sommige meldingen, het is belangrijk de melder hier bewust van te maken. Daarnaast zijn er situaties waarin de anonimiteit na verloop van tijd niet meer gegarandeerd kan worden. Een gecertificeerde vertrouwenspersoon kent dus de verschillende consequenties die bij verschillende scenario’s komen kijken, en kan de melder goed voorbereiden.”
Het is duidelijk dat er meer gedaan moet worden om seksuele intimidatie op de werkvloer aan te pakken. De recente wetsvoorstellen zijn een stap in de goede richting, maar schieten tekort door weinig voorwaarden te leggen aan de rol van een vertrouwenspersoon. Daarnaast is het bijzonder dat bedrijven waar volgens het onderzoek van het CNV grensoverschrijdend gedrag het vaakst voorkomt, uitgezonderd worden van dit wetsvoorstel.
Wat het mooiste zou zijn, is dat werkgevers niet op een nieuwe wet wachten, maar het in eigen hand nemen, in het kader van goed werkgeverschap. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon getuigt van betrokkenheid en binding met je medewerkers.
Heb je na het lezen van deze blog nog vragen?, stuur dan gerust een mail naar onze gecertificeerde vertrouwenspersoon Linda Lankveld, via linda@vitaalarbo.nl.
Bron: CNV-onderzoek: bijna helft vrouwen wordt seksueel geïntimideerd op werkvloer - Nieuws | CNV
Risico's op burn-out, ongevallen en verzuim brengt Vitaal! in kaart. Samen met jou werken we aan preventie zodat jouw medewerkers gezond blijven.
Ziekteverzuim is in veel gevallen niet medisch. Vanuit die gedachte werkt Vitaal! altijd samen met jou en je medewerker aan een goede oplossing.
Samen aan de slag naar werkhervatting. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid onderzoekt Vitaal! alle mogelijkheden en werkt naar een passende oplossing voor iedereen. Wij gaan voor duurzaam.
Wij zorgen dat jij aan alle verplichtingen voldoet die je als eigen risicodrager hebt. Ook verlonen wij de Ziektewetuitkering. Vitaal! ontzorgt en zorgt voor regie op schadelast.